Hormonale aandoeningen

A. Hypothyroïdie

Een te traag (=hypo) werkende schildklier (=thyroïd) heeft een negatief effect op de huid en vachtkwaliteit.
De meest voorkomende huidklachten bij hypothyroïdie zijn een doffe vacht, kaalheid t.h.v. de staart en neusrug, een (al dan niet vettige) schilferige huid en terugkerende bacteriële infecties. In een vergevorderd stadium ontstaat er symmetrische kaalheid t.h.v. beide flanken en krijgt de huid een gehyperpigmenteerd en een verdikt aspect t.g.v. slijmerige vochtophoping in de huid (myxoedeem).

De diagnose kan in veel gevallen gesteld worden aan de hand van een bloedonderzoek waarbij één soort schildklierhormoon (T4) en het schildklierstimulerend hormoon (TSH) bepaald worden.
De behandeling is relatief eenvoudig, namelijk het supplementeren van schildklierhormoon. De dosis dient echter wel regelmatige gecontroleerd en bijgestuurd te worden op basis van het gehalte aan schildklierhormoon in het bloed.

B. Ziekte van Cushing

Bij deze aandoening wordt er te veel lichaamseigen cortisone (cortisol geproduceerd) door een goed- of kwaadaardige vergroting van de hypofyse of bijnieren.
Vaak zijn er naast de huidklachten ook duidelijke algemene klachten aanwezig, nl. veel drinken en plassen, gewichtstoename met afname van de spiermassa, toegenomen eetlust,…
De vacht is dof en de haren vallen makkelijker uit. Het haarverlies kan symmetrisch zijn, maar ook veralgemeend of zelfs beperkt tot enkele zones. Het is vrij typisch dat het hoofd en de ledematen gespaard blijven. Ook schilfering, mee-eters, verdunning van de huid en terugkerende huidinfecties kunnen voorkomen.

De diagnose van Cushing kan gesteld worden door het uitvoeren van een stimulatietest. Hierbij wordt er bloed genomen, waarna er een hormoon wordt ingespoten, gevolgd door nog één of twee bloednames.

Meestal wordt er behandeld met Trilostane (Vetoryl). Deze stof remt de productie van cortisol. Er dient regelmatig bloed genomen te worden om na te gaan of de dosis Vetoryl verhoogd of verlaagd moet worden.

C. Geslachtshormoon gebonden aandoeningen

Goed- of kwaadaardige testikeltumoren kunnen testosteron-, oestrogeen- of progesteronproducerend zijn. Tumoren uitgaande van de eierstokken en de bijnieren kunnen oestrogeen- of progesteronproducerend zijn.

Een overmaat aan testosteron in de circulatie zorgt voor een vergroting van de prostaat en staartklier. De vacht krijgt een vettig aspect. Symmetrische kaalheid is zeldzaam.
Een overmaat aan oestrogenen veroorzaakt wel frequent symmetrische kaalheid, startend t.h.v. de dijen en nek. Andere symptomen zijn: opgezette melkklieren, aantrekkelijkheid voor reuen, zones van hyperpigmentatie, beenmergsuppressie,…

De diagnose kan gesteld worden door middel van echografie met of zonder aanvullende bloedonderzoeken.

Bij dergelijke tumoren is chirurgie de behandeling bij uitstek.